Bijna de helft van de zwangere of pas bevallen medewerksters heeft negatieve ervaringen op het werk die op zwangerschapsdiscriminatie kunnen wijzen. Naar aanleiding van een aantal recente oordelen heeft het College voor de Rechten van de Mens dit onderwerp weer op de agenda gezet, in de hoop dat het kabinet maatregelen treft.

Het College voor de Rechten van de Mens heeft bij minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aangeklopt om de positie van zwangere vrouwen op het werk opnieuw onder de aandacht te brengen. Aanleiding hiervoor zijn vier uitspraken van het College over zwangerschapsdiscriminatie. In de vier zaken werd het contract van de zwangere medewerksters niet verlengd toen bleek dat ze zwanger waren.

Werkgevers kennen de regels bij zwangerschap niet

Vorig jaar heeft het kabinet de Sociaal-Economische Raad (SER) om advies gevraagd over het voorkomen van discriminatie op de arbeidsmarkt. Daarin werd ook aandacht gevraagd voor de positie van zwangere medewerksters. Het SER-advies is nog niet verschenen, maar het kabinet gaf vorig jaar aan dat het op basis van de uitkomsten zal besluiten of meer regelgeving nodig is. Volgens het kabinet schiet echter niet zozeer de regelgeving tekort, maar zijn werkgevers onvoldoende op de hoogte van de arbeidsrechtelijke en arboregels voor zwangere medewerksters.

Werk mag geen gevaar opleveren voor zwangere

In Nederland is het verboden om een contract niet te verlengen vanwege zwangerschap en moederschap. Het Arbobesluit bepaalt bovendien dat een werkgever ervoor moet zorgen dat het werk geen gevaar oplevert voor de gezondheid van vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven. Ook mag de zwangerschap of borstvoeding niet nadelig worden beïnvloed door het werk.

Als aanpassingen van de werkzaamheden niet mogelijk zijn, moet u zorgen voor (tijdelijk) vervangend werk. In het uiterste geval moet u de medewerkster tijdelijk vrijstellen van werk.

Bron: Rendement.nl


Mondkapjes