25 juni 2014 - Als een werknemer tijdens zijn re-integratie weigert om passende arbeid te verrichten, vervalt zijn gehele loonafspraak. Uit een recente uitspraak van de Hoge Raad blijkt dat dit niet alleen het geval is voor de uren waarin hij de passende arbeid moet verrichten, maar ook voor de uren waarvoor hij arbeidsongeschikt is.

De werkgever is verplicht om passend werk aan te bieden als een werknemer gaat re-integreren, maar nog niet in staat is om dit volledig in zijn eigen functie te doen. Zoals u kon lezen in eerdere berichtgeving hebben rechters in het verleden verschillend geoordeeld over loondoorbetaling als een zieke werknemer weigert om dit passende werk te verrichten. Verliest de werknemer dan zijn volledige loonafspraak of alleen het deel dat betrekking heeft op de passende arbeid?

Hoge Raad geeft uitsluitsel over loondoorbetaling

In artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek staat in lid 3c dat een werknemer geen recht heeft op loondoorbetaling ‘voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid (…) niet verricht’. De woorden ‘voor de tijd, gedurende welke’ leverden in de praktijk vaak discussie op. Het was niet duidelijk of hiermee de periode werd bedoeld waarin de werknemer weigerde passende arbeid te verrichten of de uren waarin de werknemer, hoewel hij daartoe in staat was, niet werkte. Als de eerste uitleg juist is, zou dat betekenen dat de volledige loonafspraak vervalt bij het weigeren van passende arbeid. Volgens de tweede uitleg zou de werknemer wel recht houden op loon voor het gedeelte waarvoor hij (nog) arbeidsongeschikt is.

Loonafspraak vervalt volledig

De Hoge Raad stelt voorop dat artikel 7:629 bedoeld is om de re-integratie en het herstel van een zieke werknemer te bevorderen. De sanctie op overtreding van deze wettelijke bepaling is dat de loonaanspraak volledig vervalt. Dat geldt dus ook voor het deel van de werktijd waarvoor de werknemer arbeidsongeschikt is en nog niet in staat is om te re-integreren. De werkgever moet de werknemer wel eerst waarschuwen over de consequenties van het weigeren van passende arbeid.

In de rechtszaak tussen de schoonmaker en de werkgever, trok de werknemer dus aan het kortste eind. Zijn werkgever had terecht de volledige loonafspraak laten vervallen. bron: Hoge Raad, 6 juni 2014, ECLI (verkort): 1341


Mondkapjes